Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet verplichte beroepspensioenregeling

 

Artikel 66 Behoud aanspraak op pensioen bij beëindiging deelneming
1
Bij beëindiging van de deelneming behoudt de gewezen deelnemer de tot dat moment op grond van het pensioenreglement opgebouwde pensioenaanspraken indien er sprake is van een uitkeringsregeling of een kapitaalregeling. Deze pensioenaanspraak dient volledig gefinancierd te zijn op het moment van beëindiging. In geval van premievrijmaking op grond van artikel 39, vierde lid, wordt daarmee bij de vaststelling van de opgebouwde aanspraken rekening gehouden.
2
Bij een premieregeling wordt bij beëindiging van de deelneming de vaststelling van de pensioenaanspraken als volgt uitgevoerd: het tot op dat moment ontstane kapitaal voortvloeiend uit de tot de beëindiging beschikbaar gestelde premies wordt:
a
belegd tot de pensioendatum;
b
aangewend voor de aankoop van een verzekerd kapitaal dat beschikbaar komt op de pensioendatum; of
c
aangewend voor een verzekerde levenslange uitkering vanaf de pensioendatum, al dan niet in combinatie met een aanspraak op nabestaandenpensioen.
3
Indien de opzet van de premieregeling zodanig is dat de beschikbaar gestelde premie direct, en niet pas bij de beëindiging van de deelneming, wordt aangewend voor een uitkering of kapitaal, dan geldt het eerste lid.
4
Deelnemers en andere aanspraakgerechtigden die na beëindiging van de deelneming aan een beroepspensioenregeling naar een andere lidstaat van de Europese Unie verhuizen behouden hun pensioenaanspraak in dezelfde mate als deelnemers en andere aanspraakgerechtigden die na beëindiging van de deelneming in Nederland blijven.
5
Indien de pensioenregeling voorziet in een partnerpensioen op risicobasis behoudt de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet gedurende de periode dat hij de uitkering ontvangt, aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van zijn partner. De hoogte van het partnerpensioen wordt vastgesteld alsof hetzelfde pensioen op opbouwbasis zou zijn overeengekomen, waarbij rekening wordt gehouden met het partnerpensioen verkregen op grond van artikel 73. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer, die na beëindiging van de deelneming recht heeft op werkloosheidsuitkering van zijn woonland.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •